De laatste jaren zijn er steeds meer elektrische auto’s op de markt gekomen, met als pionier onder de elektrische wagens natuurlijk de Tesla. Ook andere populaire automerken komen steeds vaker met elektrische modellen. Denk hierbij aan Volkswagen, Peugeot en Audi. In dit artikel vertellen we je alles over elektrische voertuigen en aan welke veiligheidsvoorwaarden deze auto’s moeten voldoen.
Elektrisch voertuig wordt afgekort naar EV. Deze auto rijdt niet zoals gewone personenwagens op brandstof zoals diesel of benzine, maar wordt aangedreven door een elektrische motor. Deze motor moet uiteraard opgeladen worden. Een EV haalt energie uit oplaadbare batterijen die geïnstalleerd zijn in de auto. Vaak zijn deze batterijen geplaatst in de achterbak of onder het EV. De batterijen zijn de accu van het EV en zorgen ervoor dat de elektrische auto kan rijden.
Bij het opstarten van een EV pakt de omzetter de stroom van de accu en stuurt het vervolgens naar de elektromotor. De elektromotor zet de energie vervolgens om in mechanische energie. Dit zorgt ervoor dat de wielen van de auto zich kunnen voortbewegen en je met de auto kunt rijden.
Een voordeel van een elektrisch voertuig is dat een EV op dezelfde hoeveelheid energie tot wel 3 keer meer afstand af kan leggen dan een auto op brandstof. Dit maakt deze auto energiezuiniger dan een diesel- of benzineauto. Aan de buitenkant van een EV kun je geen onderscheid maken met een gewone personenauto op brandstof, maar bij eerstgenoemde ontbreekt uiteraard een uitlaat.
Anders dan een auto met verbrandingsmotor werkt een elektrische auto op een batterij. Een EV moet dus regelmatig worden opgeladen. Dit kan op twee manieren. Zo kun je ‘gewoon’ laden bij een reguliere laadpaal of ‘snelladen’ bij een snellaadpaal. De batterij moet natuurlijk tijdig opgeladen worden om je rit voort te zetten. Waar bij een verbrandingsmotor een volle tank de voorkeur krijgt, werkt het bij een EV opladen anders. Een lithiumbatterij gaat langer mee wanneer deze opgeladen wordt tussen de 20% en 80%. Een volledig opgeladen batterij is in dit geval dus eigenlijk niet gewenst. Heb je wel een volledig opgeladen batterij? Dan is dat geen ramp. Zorg er dan wel voor dat je auto niet lang stil blijft staan wanneer de batterij vol is.
Het normaal laden oftewel regulier laden van een EV gebeurt met een openbare laadpaal of een laadpaal voor thuis. Deze laatstgenoemde wordt ook wel een private laadpaal genoemd. Dit is een laadpaal die bij je voor de deur of op je oprit staat. Een openbare laadpaal is juist geplaatst op een bedrijfsterrein, op openbare parkeerplaatsen, in de stad of in een woonwijk. Voor een eigen laadpaal is geen abonnement nodig, voor een publieke laadpaal meestal wel. Laden van een EV bij een reguliere laadpaal levert doorgaans een vermogen tussen de 3,7 en 11 kilowatt op. Dit komt neer op gemiddeld 20 tot 70 kilometer actieradius per uur. Het is slim om het elektrisch voertuig te laden op momenten dat je de auto niet benodigd bent, bijvoorbeeld ’s nachts. Het volledig opladen van een accu duurt zo’n 6 tot 10 uur.
Het snelladen van een EV is een slimme optie voor onderweg. Stel, je hebt een lange rit te gaan en moet onderweg een tussenstop maken om je EV te laden. Dan is snelladen natuurlijk de fijnste optie, zodat je binnen no time weer onderweg bent. Snellaadpalen vind je vaak bij snelwegen en langs hoofdwegen, waaronder bij tankstations. Voor deze snellaadpalen ben je een laadpas benodigd. Het laadvermogen bij een snellaadpaal is vele malen groter dan bij een reguliere laadpaal. Ze variëren van 50 kW tot 100 kW en meer. De snellaadpalen zorgen er dus voor dat de accu veel sneller weer opgeladen is, in de meeste gevallen is de accu in zo’n 20 tot 40 minuten voor 80 procent vol geladen!
Wanneer bij elektrische voertuigen wordt gesproken over de actieradius wordt ook wel het bereik van de EV bedoeld. Hiermee wordt aangegeven welke afstand gereden kan worden op één acculading. Dit is vergelijkbaar met de afstand die een auto op brandstof op en volle tank diesel of benzine kan rijden. De actieradius van een EV bestaat uit twee verschillende dingen. De eerste is het verbruik van de auto en de tweede de capaciteit van het accupakket. Grotere elektrische voertuigen gebruiken natuurlijk meer capaciteit dan kleinere, compacte voertuigen. Bij diesel- en bezineauto’s wordt het verbruik aangeduid door middel van het aantal verbruikte liters brandstof per (aantal) kilometer. Bij elektrische auto’s spreken we over het aantal kilowattuur (kWh) per honderd kilometer.
Hoeveel energie kan worden opgeslagen is afhankelijk van het formaat van de accu van een elektrisch voertuig. De capaciteit van een accupakket bestaat uit de hoeveelheid energie die opgeslagen kan worden (ook wel kWh). Een accupakket is een flink stuk groter dan een benzine- of dieseltank van een brandstofwagen. Het formaat van de auto bepaalt vaak de inhoud en formaat van een accupakket. Logisch, want een kleine auto heeft geen plek voor een groter accupakket. Tot slot speelt energiedichtheid een rol bij accucapaciteit. Dit is de energie die een accu van een elektrisch voertuig kan opslaan in een bepaald volume.
De wetgeving stelt wettelijk een minimumnorm aan de veiligheid van (nieuwe) elektrische voertuigen. Zo moet de laadinfrastructuur voldoen aan de veiligheidseisen voor elektrische installaties en een elektrische voorziening moet voldoen aan de norm NEN 1010. Ook zijn in deze NEN-norm eigen opgenomen voor de veilige installatie van laadpalen voor elektrische voertuigen. Voor laadpunten gelden internationale normen voor veilig laadproces van een EV, waaronder veilige contactdozen, bescherming tegen externe impact en beschermingsgraden van omhulsels. Goed om te weten is dat de meeste nieuwe productiemodellen van elektrische voertuigen aanvullend worden onderwerpen aan botsproeven van EuroNCAP. Als consument kun je van een EV dus dezelfde hoge veiligheidsstandaard verwachten als van brandstofauto’s.